Uitingen die in strijd zijn met de eisen die een gemeenschap aan zijn “leden” stelt en die ten behoeve van een algemeen belang noodzakelijk worden geacht. Niet alle gemeenschappen stellen dezelfde eisen, zodat het kan voorkomen dat, wat in de ene gemeenschap als asociaal wordt opgevat, dit in een andere niet als zodanig wordt beschouwd.
Dat asociaal gedrag en gebaar tot conflicten kan leiden is zeker. Bijvoorbeeld als een kleine gemeenschap wordt beheerst door een grote c.q. dominante gemeenschap leidt dit vaak tot asociaal gedragingen, zoals bij woonwagenbewoners, achterbuurtbewoners, minderheidgroepen, drugsverslaafden en dergelijke. Door hun omstandigheden gaan zij dan een gedrag vertonen dat in een grote gemeenschap als asociaal geldt.
Ook zal men rekening dienen te houden dat er permanente persoonlijkheidskenmerken aanwezig kunnen zijn, waardoor het voor iemand zeer moeilijk is of zelfs onmogelijk blijkt zich naar de regels en eisen van zijn gemeenschap te voegen.
Deze vorm van asociaal gedrag en gebaar treft men vaak aan in grote steden, drukke winkelcentra, in het verkeer (= asociaal rijgedrag), drukke plaatsen van vermaak en dergelijke.
