Een grootboek is een register, waarin: de samenstelling van de bezittingen, de schulden en het vermogen, alsmede de veranderingen daarin, onder hoofden van rekening worden geboekt; de ontvangsten en/of uitgaven per post van de begroting of per onderdeel daarvan worden geboekt.
Vgl. N.A.T. nr. 36: Een grootboek is een geschrift, waarin bezittingen en schulden onder hoofden van rekening worden geboekt.
Het grootboek vermeld onder a. wordt in de dubbele boekhouding toegepast. Het grootboek in de betekenis onder b. komt met name voor in de negentiende- en twintigsteeeuwse overheidsadministraties. De bij gemeenten gebruikte zgn. secretarieregisters hebben dezelfde indeling als dit grootboek en bevatten vrijwel dezelfde gegevens. Vooral sinds de toepassing van mechanisatie binnen de administratie zijn het secretarieregister en het grootboek vaak een serie gaan vormen en gebruikt men in de praktijk de benamingen door elkaar. Vergelijk de definitie van manuaal en zie ook de toelichting onder rekening-courant.