Lexicon van Nederlandse archieftermen

Stichting Archief Publicaties (1983)

Gepubliceerd op 18-05-2017

Dagboek

betekenis & definitie

Een dagboek is een register, waarin: men chronologisch aantekening houdt van zijn handelingen of belevenissen; men chronologisch de handelingen en voorvallen boekt, die verandering veroorzaken in de grootte van (de bestanddelen van) het vermogen.

Vgl. N.A.T. nr. 34: Een dagboek is een geschrift, waarin: iemand van zijn handelingen of belevenissen gelijktijdig aantekening houdt; iemand, die een bedrijf uitoefent, in chronologische volgorde zijn behandelingen boekt.

Het dagboek onder b. treffen wij aan in de enkele en dubbele boekhouding; het dagboek in de kameralistische boekhouding noemt men journaal (80b). Het dagboek onder b. kan onder andere worden gesplitst in: kasboek, bankboek, giroboek, inkoopboek, verkoopboek. Ook combinaties van deze gesplitste boeken komen voor: met name het kas-bankgiroboek.

Synoniemen voor het dagboek in de betekenis onder a. zijn: journaal (80a) en logboek.