Gepubliceerd op 29-06-2020

wimpel

betekenis & definitie

De traditie van het voeren van een oranje wimpel boven de Nederlandse vlag is vermoedelijk ontstaan onder koning Willem I. In navolging van koning Lodewijk van Holland stelde hij vast dat de nationale driekleur ‘rood-wit-blauw’ was.

Mensen die naast hun vaderlandse gezindheid hun aanhankelijkheid aan het Huis Oranje-Nassau wilden tonen, hesen boven deze vlag een oranje wimpel. Nederland is daarmee het enige land ter wereld dat zijn vlag aanpast voor het Koninklijk Huis. De wimpel is even lang of iets langer als de diagonaal van de vlag die ze begeleidt, varieert in breedte van 15 tot 30 centimeter en heeft een zwaluwstaart of een puntvormig einde met kwast. De vlag wordt volgens de algemene vlaginstructie uit 2003 met oranje wimpel gevoerd op de verjaardag van de koningin (31 januari), op Koninginnedag (de officiële viering van de verjaardag van de koningin) en op de verjaardagen van de Prins van Oranje, prinses Máxima en prinses Catharina-Amalia. Burgers staat het overigens vrij ook op de verjaardagen van de overige leden van het Koninklijk Huis de vlag met oranje wimpel uit te steken. Bij bijzondere koninklijke gelegenheden, zoals geboorten, huwelijken en regeringsjubilea, kan de ministerraad een speciale instructie uitvaardigen voor het gebruik van vlag en wimpel.

Wanneer de vlag halfstok wordt gehesen in verband met het overlijden van een lid van het Koninklijk Huis, wordt geen oranje wimpel gebruikt. Koninklijke onderscheidingsvlaggen worden niet met oranje wimpel gevoerd. Wel kunnen zij in het geval van een overlijden van een lid van het Koninklijk Huis een zwarte wimpel voeren, een recent gebruik om aan te geven dat men in rouw is. Een onderscheidingsvlag kan namelijk niet halfstok gehesen worden. Het is voor burgers overigens niet verboden de oranje wimpel ook op andere momenten te hijsen. De rooms-katholieke Kerk maakt bij kerkelijke gelegenheden gebruik van een wimpel met de pauselijke kleuren geel en wit.