Gepubliceerd op 29-06-2020

Standbeelden

betekenis & definitie

Nederland is niet erg rijk bedeeld met standbeelden. Ook van leden van het koningshuis en hun voorouders zijn, vergeleken met andere monarchieën, weinig monumenten te vinden.

Wellicht heeft dat te maken met de volksaard, waarin voor heldenverering weinig plaats is. Opvallend is wel dat er sinds de tweede helft van de jaren tachtig van de twintigste eeuw een grotere belangstelling voor beeldhouwkunst is ontstaan, die zich ook vertaalt in standbeelden voor leden van het Huis Oranje-Nassau.De oudste monumenten voor leden van het geslacht (Oranje-)Nassau, zijn de grafmonumenten uit de 15e en 16e eeuw voor leden van het geslacht Nassau in de Grote Kerk van Breda. Het beroemdste monument is het praalgraf van Willem van Oranje in de Nieuwe Kerk in Delft. De grafmonumenten in Breda waren gemaakt in opdracht van familieleden. Het grafmonument voor Willem van Oranje is gemaakt in opdracht van de Staten-Generaal en is dus te beschouwen als een officieel eerbewijs. Hij is erop afgebeeld als Vader des Vaderlands. Uit dynastiek bewustzijn en om hun monarchale pretenties te onderstrepen, lieten Willem van Oranjes nazaten en opvolgers enkele bustes van zichzelf of familieleden maken.

Van koning-stadhouder Willem III is zelfs een ruiterstandbeeld opgericht, in Dublin in 1701, ter herinnering aan zijn overwinning in de slag bij de Boyne. Een grafmonument werd opgericht voor de in 1799 in Italië gesneuvelde prins Frederik, de broer van de latere koning Willem I. De beroemde Italiaanse beeldhouwer Canova werd ervoor aangezocht. Het beeld is in 1812 in Padua opgericht en in 1896 op verzoek van koningin Emma overgebracht naar de Nieuwe Kerk in Delft bij de begrafenis van prins Frederik aldaar.

In de 19e eeuw was aanvankelijk nog weinig sprake van het oprichten van standbeelden van of voor leden van het Huis Oranje-Nassau. Koning Willem I benoemde in 1814 de Amsterdammer Paul Joseph Gabriël tot koninklijk beeldhouwer. Gabriël werd in 1820 de eerste docent beeldhouwkunst aan de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten. Ook de kunstminnende Prins van Oranje, de latere koning Willem II, benoemde in 1816 een eigen beeldhouwer, de Mechelaar Johannes Ludovicus van Geel. Van zijn hand is het in 1826 vervaardigde monument ter herinnering aan de slag bij Waterloo, een heuvel met daarop een grote bronzen leeuw, die over het slagveld uitkijkt. Pas vanaf de jaren veertig van de 19e eeuw, met de opkomst van het nationalisme, werden er standbeelden opgericht voor nationale figuren als Michiel de Ruyter, Rembrandt, Vondel en Laurens Jansz.

Coster. In deze hausse werd op initiatief van koning Willem I (maar pas geplaatst in 1848), ook een standbeeld opgericht van Willem van Oranje op het Plein in Den Haag dat oorspronkelijk bedoeld was voor de Grote Markt in Brussel. Door de afscheiding van België is het beeld daar nooit gerealiseerd. Op initiatief van koning Willem II was drie jaar eerder het ruiterstandbeeld van Willem van Oranje voor paleis Noordeinde verrezen. Willem I moet het doen met borstbeelden in de Haarlemse St. Bavokerk, in de tuin van Reinhartshausen, het landgoed van zijn dochter Marianne, op het Raadhuisplein in Apeldoorn en in de Koninklijke Militaire Academie in Breda (geplaatst in 2003). Een standbeeld van de koning maakt verder onderdeel uit van het monument op Plein 1813 in Den Haag.

Ondanks zijn korte regeerperiode (1840-1849) zijn voor koning Willem II echter relatief veel standbeelden opgericht. Het bekendste is wellicht het ruiterstandbeeld op het Buitenhof in Den Haag, dat een kopie is van een standbeeld in Luxemburg, op de naar de koning-groothertog genoemde Place Guillaume II. Oorspronkelijk had op het Buitenhof een ander beeld van Willem II gestaan, maar dat moest verwijderd worden in verband met de aanleg van een nieuwe weg. Het beeld is door de gemeente Tilburg overgenomen en geplaatst op het Heuvelplein. Ook bij het buitenhuis Bronbeek, dat Willem III voor zijn moeder Anna Paulowna had bestemd maar dat zij nooit betrokken heeft, verrees een standbeeld van koning Willem II. Koning Willem III had het buiten inmiddels aan het Rijk geschonken als Koloniaal Militair Invalidenhuis.

Van koning Willem III, stichter en beschermheer van het tehuis, is in de gevel van Bronbeek een borstbeeld aangebracht. Ondanks zijn lange regeerperiode zijn er verder geen standbeelden voor hem opgericht.

Ter gelegenheid van de inhuldiging van koningin Wilhelmina zijn diverse gedenktekens opgericht, maar het eerste echte standbeeld van haar verrees in 1923 in Paramaribo, Suriname, ter ere van haar zilveren regeringsjubileum. In Noorbeek (gem. Margraten) verrees in 1923 een gedenkteken met daarin een borstbeeld van koningin Wilhelmina. Van dit borstbeeld bestonden verschillende exemplaren, waaronder een dat een plaats kreeg voor het gebouw van de regentschapsraad in Garoet, Nederlands-Indië. De buste is door de Japanners verwijderd in de Tweede Wereldoorlog. Het tweede en derde standbeeld verrees eveneens in de overzeese rijksdelen, in Willemstad, Curaçao in 1933, en op Aruba in 1955.

Het laatste werd onthuld door koningin Juliana. Van Juliana zelf is in 1957 in Willemstad, Cura^ao, eveneens een beeld opgericht. Voor Juliana zelf zijn verder geen beelden opgericht, maar tijdens haar regeerperiode en die van koningin Beatrix hebben wel veel standbeelden van Wilhelmina het licht gezien. Op één na zijn ze er na het overlijden van Wilhelmina gekomen. Ze verrezen achtereenvolgens in Geleen (1958), de tuin van het Wilhelminagasthuis (nuhalAMC) in Amsterdam (1966), het Wilhelminapark in Utrecht (1968), Rotterdam (1968) en Den Haag (1987). De laatste twee zijn van de hand van Charlotte van Pallandt.

Het beeld in Den Haag, een groot bronzen beeld tegenover paleis Noordeinde, geldt als het officiële Wilhelminamonument. Opmerkelijk is het ruiterstandbeeld dat in 1972 van koningin Wilhelmina aan het Rokin in Amsterdam verrees.

Een tweede golf aan Wilhelminabeelden bestaat uit een beeld uit 1985 op de markt in Brielle, bij de Grote Kerk van Apeldoorn (1998) en het Wilhelminaplein in Rotterdam (1999).

Van koningin Emma verschenen in de jaren volgend op haar overlijden diverse standbeelden en gedenktekens in Soest, Baarn, Amsterdam, Den Haag en Middelburg. Ze vormen een bewijs van haar geliefdheid en de dankbaarheid van de Nederlandse bevolking.

Als herinnering aan haar regentschap werd een monuStandbeelden van leden van het Koninklijk Huis sinds 1813 (met jaar van plaatsing)

Koning Willem I (1772-1843)

Onderdeel van Monument 1813, Den Haag, Plein 1813 (1869); van Johan. Pk Koelman, Willem C. van der Waayen Pieterszon, Joseph en Jacques Jaquet en Theo J. Simons Prinses Marianne (1810-1883)

Voorburg, Oude kerk (1983); van Marian Gobius Koning Willem II

1.Tilburg, Heuvelplein (1854); van Edouard F. Gcorges
2.Arnhem, Park van het Koninklijk Tehuis voor Oudmilitairen en Museum Bronbeek (1865); van Wilhelm Homberger
3.Luxemburg, Place Guillaume II (ruiterstandbeeld,
1884); van Antonin Mercié, Victor Peter en Louis E. Ginain
4.Den Haag, Buitenhof/Hoek Hofvijver (replica ruiterstandbeeld, 1924); van Antonin Mercié en Victor Peter

Koningin Anna Paulowna

1.Den Haag, Anna Paulownaplein (1999); van Alexander Taratynov
2.Anna Paulowna (2005); van Alexander Taratynov

Koningin Emma

1.Den Haag, Rosarium aan het Jozef Israëlsplein (1936); van Antonius S.N.L. Dupuis en Jacobus J. Brandes
2.Baarn, hoek Gerrit van der Veenlaan-Amsterdamse Straatweg (1937); van Gerrit Jan van der Veen
3.Middelburg, Dam (1937); van Hendricus J. Etienne
4.Amsterdam, Emmaplein (1938); van Lambertus Zijl

Koningin Wilhelmina

1. Paramaribo, zuidzijde van Fort Zeelandia aan de Surinamerivier (1923); van A.G. van Lom
2.Willemstad (Cura^ao), Wilhelminaplein (1933); van Pietro Ceccarelli
3.Aruba, Wilhelmina Park (1955); van Arnoldo Lualdi
4.Geleen, Markt (fontein, 1958); van Petrus HM. Roovers
5.Amsterdam, ingangshal Academisch Medisch Centrum (1966; van Mari S. Andriessen
6.Utrecht, Wilhelminapark (1968); van Mari S. Andriessen
I.Rotterdam, Het park (1968); van Clmrlotte D. van Pallandt, A. Swaalf en W. Jonker
8.Den Haag, Paleisstraat, tegenover Paleis Noordeinde (ruiterstandbeeld, 1987); van Charlotte D. van Pallandt en S.J. van Embden
9.Amsterdam, Rokin (1972); van Theresia van der Pant
10.Brielle, Markt (1985); van Carol Cairns

II.Apeldoorn, Loolaan, bij de Grote kerk (1998); van Greet Grottendieck en Gerrit Stijlaart

12. Rotterdam, Wilhelminaplein (‘Kop van Zuid’, 1999); van Willem A. Verbon

Koningin Juliana Willemstad (Curaçao), Julianaplein (1957); van Renzo Bianchini Prins Bernhard Den Haag, Hoofdkwartier van de Koninklijke Luchtmacht, Brinckhorstlaan (1988); van Jean en Marianne Bremers Amersfoort, Historische Verzameling Cavalerie, Bernhardkazerne (1991); van Thérèse de Groot-Haider Koningin Beatrix Posbank bij Rheden (op de fiets, 2002); van Daphne du Barry ment opgericht op het Regentesseplein in Den Haag.

Ook prins Bernhard is vereerd met een tweetal, zij het kleine, standbeelden. De eerste, uit 1988, onthulde hij zelf bij het hoofdkwartier van de Koninklijke Luchtmacht in Den Haag. Het stelt de prins voor in RAF-uniform. Bij de Bernhardkazerne in Amersfoort staat een in 1991 door prinses Juliana onthuld standbeeld van de prins in het uniform der huzaren.

Koningin Beatrix heeft in 2000 en 2003 nog de onthulling mogen verrichten van een tweetal standbeelden van prins Willem I van Oranje. De eerste in zijn geboorteplaats Dillenburg, de tweede in de tuin van het Prinsenhof, waar hij in 1584 vermoord werd. Van haarzelf is ook een standbeeld gemaakt, waarbij zij is uitgebeeld zittend op een fiets. Het staat op de Posbank bij Rhenen. Borstbeelden Borstbeelden van leden van het Koninklijk Huis, en met name van de regerende Koning, zijn vaker te vinden. Menig gemeentehuis, gerechtsgebouw of provinciehuis heeft een buste van koningin Beatrix in huis.

Een borstbeeld van prins Hendrik de Zeevaarder, zoon van koning Willem II, is te vinden op de naar hem genoemde Prins Hendrikkade in Amsterdam, een portretkop van prins Hendrik, de echtgenoot van koningin Wilhelmina, prijkt in Den Helder. Bij hun zilveren bruiloft, in 1962, ontvingen prinses Juliana en prins Bernhard als persoonlijk geschenk een borstbeeld van hun vier dochters, voor de bibliotheek van paleis Soestdijk. Vergelijkbaar is het Monument voor het Koninklijk Gezin van Arthur Sproncken dat in het Scheveningse Museum Beelden aan Zee staat. Het zijn de hoofden van koningin Beatrix, prins Claus en hun drie zoons, geplaatst op zuilen. Als amateur-beeldhouwster heeft koningin Beatrix zelf de hoofden van haar drie zonen vereeuwigd.