Gepubliceerd op 29-06-2020

sport

betekenis & definitie

Sportbeoefening is in de tweede helft van de twintigste eeuw zo algemeen geworden in de Nederlandse samenleving dat gemakkelijk vergeten wordt dat het in de negentiende eeuw en daarvoor nog een voornamelijk elitaire bezigheid was. In de opvoeding van (vooral mannelijke) leden van de koninklijke familie maakten sporten als schermen en paardrijden deel uit van het curriculum.

Vooral deze sporten zijn van oudsher vorstelijke vormen van tijdverdrijf, die teruggaan tot de tijd dat koningen als legeraanvoerder op het slagveld moesten optreden.Verder beoefenden de Oranjes in het stadhouderlijk tijdperk sporten als tennis (op het Binnenhof was een overdekte baan) en kolven, een balspel met een soort hockeystick. Ook de jacht werd enthousiast beoefend, al wordt over het sportieve karakter van dit tijdverdrijf inmiddels zeer verschillend gedacht. In de loop van de 19e eeuw, maar vooral in de 20e eeuw is de rol van leden van de koninklijke familie als bevorderaars van de sport steeds belangrijker geworden, bijvoorbeeld door het beschermheerschap van sportverenigingen te aanvaarden. Aan overkoepelende sportbonden werd vanaf omstreeks 1900 het predikaat koninklijk verleend. Sport speelde ook een rol in de idealen van volksverheffing die vanaf het derde kwart van de 19e eeuw bestonden bij de maatschappelijke bovenlaag. De koninginnen Emma en Wilhelmina zagen in sport daarnaast een bindend element in de samenleving.

Voor actieve sportbeoefening was in de opvoeding van koningin Wilhelmina niet veel plaats. Zij leerde wel paardrijden en schaatsen, maar verder ging de meeste aandacht naar de inhoudelijke voorbereiding op het koningschap. Haar dochter Juliana had geen overdreven belangstelling voor het beoefenen van sport, al leerde zij wel schaatsen. Zij leerde ook paardrijden, maar paarden zijn nooit een passie van haar geworden. Pas met prins Bernhard trad er weer een persoon toe tot de koninklijke familie die een grote belangstelling voor sport aan de dag legde. In de jaren vijftig trainde hij zelfs om op het onderdeel military deel te nemen aan de Olympische Spelen van Helsinki.

Door de ziekte van zijn paard No No Nanette moest hij van zijn plan afzien. Met zijn oudste twee dochters, net als hij enthousiaste ruiters, bezocht hij wel de Olympische Spelen.

Sport is na de Tweede Wereldoorlog een steeds grotere plaats in de samenleving gaan innemen. Koninklijke belangstelling voor grote sportevenementen kon dan ook niet uitblijven. Bij belangrijke internationale toernooien in binnen- en buitenland zijn leden van het Koninklijk Huis officieel aanwezig. Voor bijvoorbeeld voetbal hebben veel mannelijke leden van de koninklijke familie ook een grote persoonlijke belangstelling en uit dien hoofde proberen zij de belangrijkste wedstrijden van het Nederlands elftal op grote internationale toernooien bij te wonen. Koningin Beatrix bezoekt graag paardensportevenementen. Verder rijdt zij nog altijd recreatief paard, en gaat zij graag zeilen met de Groene Draeck.

Prinses Margriet heeft zich toegelegd op het mennen van paarden, een sport die zij op recreatief niveau beoefend heeft. Prins Willem-Alexander is niet alleen zelf sportief, hij is ook sportbestuurder. Hij was beschermheer van het Nederlands Olympisch Comité*Nederlandse Sport Federatie. Sinds 1998 is hij lid van het Internationaal Olympisch Comité.

Bij sportbeoefening door leden van een koninklijke familie speelt waarschijnlijk de wil mee om in iets uit te blinken, om uitzonderlijke prestaties neer te zetten. Om te bewijzen dat zij niet alles in de schoot geworpen krijgen en wel degelijk iets kunnen waar niet iedereen toe in staat is, kunnen vorstelijke personen zich toeleggen op het op hoog niveau beoefenen van een wedstrijdsport, of op het leveren van een aansprekende amateur-prestatie. Prins Willem-Alexander reed bijvoorbeeld in 1986 de Elfstedentocht en liep in 1992 de marathon van New York. Ook twee van zijn neven, de prinsen Maurits en Pieter-Christiaan, hebben deze marathon gelopen, evenals prinses Marilène. Prins Friso heeft zich, in navolging van zijn vader prins Claus, meer toegelegd op de golfsport. Prins Claus heeft kort na zijn komst in Nederland in 1967 de Nijmeegse Vierdaagse gelopen.

Bij vrijwel elk paleis en ook bij het buitenverblijf Tavernelle ligt een tennisbaan. Ook gaan de leden van de koninklijke familie graag met wintersport. Sinds de jaren zestig van de twintigste eeuw is het Oostenrijkse Lech de plaats waar het koninklijk gezin de wintersportvakantie doorbrengt. Prinses Margriet en haar gezin gaan bij voorkeur naar het nabijgelegen Wiesing.

Zie ook jacht > Lech >Olympische Spelen.