Lexicon van de Psychologie

N. Sillamy (1965)

Gepubliceerd op 22-02-2023

DIEFSTAL

betekenis & definitie

daad van iemand die via sociaal onaanvaarde middelen zich iets toe-eigent. Sommige diefstallen zijn een uiting van de affectieve onvolgroeidheid van de daders, soms van hun agressieve aard of stemming: ze hebben de dubbele betekenis van represaille en van wraak; ze worden meestal begaan door mensen die in hun jeugd gefrustreerd zijn geraakt (wezen, in de steek gelaten kinderen).

Sommige (jeugdige) dieven stelen voorwerpen (sjaal, zakdoek) van mensen voor wie zij een bijzondere → affectie hebben. Dit paradoxale gedrag correspondeert met hun verborgen verlangen deze mensen niet te verlaten en tenminste iets van hen te bewaren. Andere jeugdigen zijn maatschappelijk onaangepast en stelen om anderen wat te kunnen geven; ze hopen zo vriendschap te kunnen ‘kopen’ en zich in hun groep te doen gelden. Tenslotte bestaan er → pathologische diefstallen, begaan door → epileptici, → dementen, → debielen, die niet in staat zijn zichzelf in de hand te houden, maar deze diefstallen komen betrekkelijk zelden voor. → Criminaliteit, Delinquentie, Kleptomanie.