Lexicon van de Psychologie

N. Sillamy (1965)

Gepubliceerd op 22-02-2023

ANALYTISCHE PSYCHOLOGIE

betekenis & definitie

In 1913 scheidde → Jung zich af van de psychoanalytische school

van → Freud en stichtte een nieuwe school: de analytische psychologie. Het systeem van Jung verschilt in vele opzichten van dat van Freud en het belangrijkste onderscheid bestaat in de wezenlijk doelgerichte natuur van de psyche in het systeem van Jung tegenover het determinisme van Freud. Beide onderstrepen het belang van het → onderbewustzijn. Volgens Jung wordt het kind geboren met een onderbewustzijn dat typisch is voor het menselijk geslacht, het collectief onbewuste, dat het materiaal bevat van de geschiedenis van zijn voorvaderen: instinctieve reacties, voorvaderlijke gedragswijzen en voorvaderlijke interpretaties van ervaringen (→ archetypen). Elementen van het collectieve onbewuste worden in de ontwikkeling van het kind bewust en dienen als leidraad bij de persoonlijke aanpassing. Elementen van het bewustzijn echter worden door → verdringing vergeten, en persoonlijke ervaring die als zodanig niet werd beseft, is onbewust en vormt op deze wijze het persoonlijk onbewuste.

Jung maakt verschil tussen ‘persona’, hetgeen dat deel van het bewustzijn is dat de buitenwereld wordt getoond, en ‘karakter’, dat bovendien onbewuste elementen omvat. Er bestaan zekere punten van overeenkomst tussen het bewustzijn en het onbewuste. Het bewustzijn heeft het → ego als centraal gegeven, terwijl het collectieve onbewuste de schaduw bevat van het ego. Het bewustzijn heeft zijn ‘persona’, het onbewuste de ‘anima’ of ‘animus’. Inhoud van het bewustzijn kan onbewust worden en omgekeerd.

De → libido in het systeem van Jung is een universele levenskracht, een primair vitale kracht, een wil om te leven; niet overwegend seksueel gericht. Volgens Jung kan men een individu classificeren in een van acht groepen: de twee hoofdtypen → introvert of → extravert, met elk de onderverdeling van het denkende, voelende, intuïtief gerichte en gewaarwordingstype. Jung beschouwt het type waartoe iemand behoort als de resultante van overgeërfde factoren.

De therapeutische techniek van Jung verschilde sterk van die van Freud. Jung beschouwde de Freudiaanse analyse als gericht op het onderzoek van het persoonlijk onbewuste. De aanhanger van Jung moest verder gaan en het collectieve onbewuste eveneens navorsen.