fundamenteel bestanddeel van de affectiviteit; gevoelsuitbarsting. Behalve de duidelijk te onderscheiden gevoelstoestanden, zoals → angst, vreugde, plezier en smart, zijn er ook gevoelens, die een intermediair karakter hebben en niet altijd bij naam te noemen zijn, gevoelens, die van de ene gevoelstoestand in de andere kunnen overgaan en een reeks opeenvolgende veranderingen ondergaan.
Deze zeer belangrijke psychische toestanden, die moeilijk voor → analyse vatbaar zijn, kunnen geobserveerd (→ observatie) en bestudeerd worden via de gedragingen (→ gedrag) die ze veroorzaken. Wanneer iemand, bijvoorbeeld, afwachtend en verkennend reageert, geeft hij te kennen belang te stellen in een bepaalde situatie, terwijl hij zich bij aangename of onaangename gevoelens vrij uit of zich in zichzelf terugtrekt. Deze elementaire gevoelens, die in tonaliteit kunnen verschillen, duidt men in het algemeen aan als iemands humeur. → Gevoel, Projectie.