Lexicon van de Nederlandse Landstreken

dr. H.A. Visscher (2002)

Gepubliceerd op 24-02-2017

Schiermonnikoog

betekenis & definitie

Een vrij langgerekt Waddeneiland met duinen, een gelijknamig dorp, enig polderland en natuurlijke kwelders. De structuur van het eiland toont grote verwantschap met die van Terschelling en Ameland.

Schiermonnikoog is momenteel welhaast het enige gebied van ons land waar duinvorming van betekenis plaatsvindt. Het zand heeft er een wat hoger kalkgehalte dan in het noorden van de duingordel gewoonlijk het geval is.
Door het tegelijkertijd optreden van afslag en aanwas verplaatste Schiermonnikoog zich de afgelopen vier eeuwen ruim tien kilometer oostwaarts, wat in de negentiende eeuw het einde betekende van de nederzetting Westerburen.
De duinen van het eiland zijn over het algemeen vrij laag. Het hoogste punt vinden we bij de vuurtoren in het westen en reikt tot ruim twintig meter boven N.A.P.
Het duin- en kweldergebied van Schiermonnikoog is grotendeels omgeven door een zandplaat. Aan de binnenzijde ervan bevindt zich op het westelijk deel van het eiland een duingordel van wisselende breedte. Hiervan splitsen zich verder naar het oosten enkele andere af Ze vertonen daarbij uitlopers in de kwelders, waar ook afzonderlijke duincomplexen voorkomen.
Afzonderlijke duincomplexen vindt men bovendien op het oostelijke deel van de zandplaat, waar over enige afstand langs de Noordzeekust tevens het ontstaan van een stuifdijk mogelijk werd gemaakt.
Kwelders worden voornamelijk op het centrale deel van het eiland aangetroffen. Ze beslaan daar vrij grote aaneengesloten oppervlakten. Evenals de kwelders van Terschelling en Ameland vertonen die van Schiermonnikoog een patroon van noordwest-zuidoost lopende kreken, waarvan de ligging verband houdt met die van de ertussen aanwezige strandwallen. Het gebied de Banckspolder werd in 1860 bedijkt.