Een in westelijk Groningen gelegen deel van het beterpte oude kwelder polderlandschap. Rond het begin van onze jaartelling maakte het gebied deel uit van een vrij brede, west-oost georiënteerde zone kwelders met bochtige getijdenrivieren en kronkelende kreken. Verreweg de grootste getijdenrivier was het bekende Reitdiep.
De kwelderstromen liepen vooral in noordelijke richtingen. Het Reitdiep koos verder stroomafwaarts echter voor een westelijke koers.
De kwelder bewoners beschermden zich aanvankelijk tegen overstromingen door de plekken waar zij zich hadden gevestigd geleidelijk op te hogen. Aldus ontstonden terpen van uiteenlopende omvang. Onder deze is de imposante terp van Ezinge, die het noordwesten van het afgebeelde gebied verlevendigt.
In vroeghistorische tijd ging de Lauwerszee haar invloed over Groningen uitbreiden. Dit gebeurde met name via de (grotere) kwelderstromen. Het gebied van Middag werd daardoor uiteindelijk een schiereiland.
Omstreeks de twaalfde eeuw bereikte de Lauwerszee haar grootste omvang en is Middag door een dijk tegen de inundaties beschermd.
