Lexicon van de Ethiek

Jean Pierre Wils (2007)

Gepubliceerd op 19-04-2017

Epikie / Billijkheid

betekenis & definitie

Epikie (Grieks epikeia, Latijn aequitas) behoort tot de meest substantiële begrippen van de moraalfilosofische en -theologische traditie. De vertaling omvat een relatief breed spectrum, dat reikt van ‘billijkheid’ en ‘welwillendheid’ tot ‘redelijkheid’ en ‘tactgevoel’ tot zelfs ‘liefde’. In de strikt morele zin betekent ‘epikie’ de correctie op de wet waar deze laatste - omwille van zijn algemeenheid - geen directe toepassing toestaat. Epikie is de bijzondere toepassing van de wet in situaties waar de omstandigheden een zekere afwijking van de letter (of uitzonderlijk zelfs van de geest) van de wet noodzakelijk maken.

Enkele historische ontwikkelingen
Volgens Plato kent de ideale heerser de gebreken van de wetten (De staat, 294a). In de verhandeling over de Nomoi (De Wetten) is er sprake van de tweede beste oplossing door epikie, omdat de idealiteit van de rechtvaardigheid en de werkelijkheid ervan op gespannen voet staan (Nomoi, 757d-e). Maar Plato is geen echte vriend van de epikie. Aristoteles is dat wel. In de Magna moralia verlangt hij een welwillende interpretatie van de wetten omdat de wetgever in zijn formuleringen niet iedere casus heeft kunnen voorzien (MM, II, 2,1198b). De meest befaamde formulering is in de Ethica Nicomachea te vinden. Omdat het morele handelen altijd met individuele omstandigheden te maken heeft (EN 1141) moeten wij ervan uitgaan dat het ‘billijke’ in een zekere zin het ‘betere recht’ is. ‘Het rechtvaardige en het billijke zijn identiek; beide zijn goed, maar het billijke is toch het betere’ (EN 1137b). ‘Beter’ betekent dus niet dat de algemene regel van de rechtvaardigheid minder goed zou zijn, maar wel dat de epikie dichter bij de concrete omstandigheden en de bijzondere ratio van de individuele casus staat. Epikie heeft niet tot gevolg dat de wetten minder streng worden toegepast, maar wel dat een welwillende interpretatie de constitutieve beperking van de algemene regel ten opzichte van een geval dat de wetgever niet heeft kunnen voorzien, creatief weet op te lossen. Aristoteles hecht er grote waarde aan dat deze interpretatie verbonden wordt met ‘de intentie van de wetgever’ (EN 1137b-1138a; ook Nussbaum 1984).

Bij Thomas van Aquino is eveneens een uitgewerkte leer van de aequitas te vinden. De kerkleraar gaat uitvoerig met Aristoteles in gesprek. De scholastieke traditie richt zich op een aantal belangrijke aanvullende vragen: Wat is het criterium om te kunnen weten welke afwijking van de letter van de wet geoorloofd is? Moet de letter van de wet in ieder geval gerespecteerd worden of volstaat het, in de ‘geest’ van de wet of van de wetgever te handelen? Zijn enkel de zeer concrete toepassingen van de wet object van epikie of ook de meer substantiële regels die van een algemeen principe kunnen worden afgeleid? Tot ver in de barokscholastiek van de zestiende eeuw wordt over de reikwijdte van de epikie fors gestreden. Terwijl de aequitas in de traktaten van het vroegmoderne natuurrecht nog een belangrijke rol speelt, wordt deze sedert Kant steeds vaker als een strategie om de strengheid van de wet te relativeren opgevat. Maar in het kader van de rechtsfilosofie en van het strafrecht is de vraag hoe de letter van de wet tegen de achtergrond van de idee van rechtvaardigheid moet worden toegepast, altijd levendig gebleven.

Hedendaagse ontwikkelingen
Ondanks de terughoudendheid van de na-kantiaanse ethiek blijft de epikie een belangrijke functie in het moreel overleg bekleden. Alle vormen van ethiek worden met het probleem geconfronteerd hoe zij een verstandige overgang van de algemene letter van de norm naar de concrete toepassing kunnen bewerkstelligen. Op deze overgang kan niet in de norm zelf worden geanticipeerd. Hier is een morele sensibiliteit vereist - een vermogen om welwillend en billijk te interpreteren. Vooral ethieken die door de hermeneutiek, door coherentistische en probabilistische theorieën zijn geïnspireerd, zijn gevoelig voor de noodzakelijkheid van de epikie. De epikie veronderstelt immers een vermogen tot welwillende en zinvolle interpretatie, en een gevoel voor passende en waarschijnlijk juiste argumenten ten gunste van de individuele casus.

Literatuur
Nussbaum, M.C., ‘Equity and Mercy’, Philosophy and Public Affairs, vol. 22, no. 2,1993, pp. 83-125.
Plato, ‘De Staat’, in: Verzameld werk, vertaald door X. de Win, Kapellen/Baarn, 1999, deel III
Plato, ‘De wetten, in: Verzameld werk, vertaald door X. de Win, Kapellen/Baarn, 1999, deel IV
TasioulasJ., ‘Justice, Equity and Law’, in: E. Craig (ed.), Routledge Encyclopedia of Philosophy, Londen, 1998, vol. 5, pp. 147-153.
Wils, J.-E, Nachsicht. Studiën zu einer ethisch-hermeneutischen Basiskategorie, Paderborn/München/Wien/Zürich, 2006.

(J-P. Wils)