Lexicon Nederland en België

Liek Mulder (1994)

Gepubliceerd op 02-08-2017

Weerstand

betekenis & definitie

Weerstand, in België het verzet tegen de Duitse bezetters tijdens de Tweede Wereldoorlog. In het eerste jaar na de capitulatie was de betekenis van de Belgische weerstand gering.

Hij beperkte zich tot humanitaire acties voor neergeschoten geallieerde piloten. Daarnaast werden door communisten en veteranen uit de Spaanse Burgeroorlog sabotagegroepen gevormd, waaruit na de Duitse aanval op de Sovjetunie het onder communistische leiding staande Belgisch Leger der Partizanen ontstond. Vanaf 1941 nam het aantal verzetsgroepen sterk toe, als gevolg van de voedsel en steenkooltekorten in de winter van 1940 1941 en gestimuleerd door de ondergrondse pers. De belangrijkste verzetsorganisatie werd het Onafhankelijkheidsfront, dat over een eigen orgaan (Front) en gewapende eenheden, de Patriottische Milities, beschikte. Het Onafhankelijkheidsfront coördineerde een groot deel van de verzetsactiviteiten in België. Eind 1942 besloot de Belgische regering te Londen de militaire verzetsactiviteiten te concentreren in handen van het rechtse Geheim Leger, ressorterend onder het ministerie van Landsverdediging. Het inlichtingenwerk, de propaganda en de verzorging van de ontsnappingslijnen werden toevertrouwd aan veertien erkende burgerlijke verzetsgroepen. In de praktijk lieten deze groepen hun eigen milities intact en pleegden zij ook sabotagedaden en aanslagen. In 1943 richtte de regering in Londen de dienst Socrates op, die in België geld inzamelde voor het verzet en de, vooral na de afkondiging van de arbeidsinzet, talrijke onderduikers. Door sabotagedaden en guerrilla acties en soms zeer knap inlichtingenwerk leverden de verzetsgroepen een belangrijke bijdrage aan de bevrijding van België. Ook waren zij echter verantwoordelijk voor vele gevallen van het recht in eigen hand nemen tijdens de bevrijdingsweken. Weliswaar was in België geen sprake van een bijltjesdag zoals in Frankrijk en Italië, maar het aantal wraakacties op echte of vermeende collaborateurs was aanzienlijk groter dan in Nederland, Noorwegen of Denemarken.