Lexicon Nederland en België

Liek Mulder (1994)

Gepubliceerd op 02-08-2017

Watergeuzen

betekenis & definitie

Watergeuzen, kapers tijdens de → Tachtigjarige Oorlog.

Het grootste deel was gevlucht voor → Alva, maar naast deze tegenstanders van het Spaanse bewind bevonden zich ook avonturiers en mannen die op geldelijk gewin uit waren aan boord. Vanuit Emden, La Rochelle en Dover overvielen ze handelsschepen en plunderden kustdorpen. De watergeuzen waren meestal voorzien van een commissie(of kaper-)brief van Willem van Oranje of zijn broer Lodewijk van Nassau. Ze steunden de opstandelingen in de Nederlanden en hun verovering van Den Briel in 1572 was het sein tot de definitieve opstand in de Noordelijke Nederlanden. De watergeuzen traden vaak wreed op. Bij de inname van Den Briel werden onder leiding van hun aanvoerder Lumey van der Mark door de geuzen negentien rooms katholieke geestelijken gemarteld eb vermoord, hoewel Willem van Oranje hun onmiddellijke vrijlating had gelast (→ Gorkumse martelaren). Berucht was ook Gautier Herlijn. De Spanjaarden hadden zijn neus en oren afgesneden en hij behandelde sindsdien door hem gevangen geestelijken op dezelfde manier.