Lexicon Nederland en België

Liek Mulder (1994)

Gepubliceerd op 02-08-2017

Vroedschap

betekenis & definitie

Vroedschap [Middelned. vroed, wijs], vertegenwoordiging van de middeleeuwse burgerij in het bestuur van de stad. De functies van → schout en → schepenen, die oorspronkelijk het rechtsprekend en besturend college vormden, werden tot de rechtspraak beperkt.

Het bestuur van de stad kwam in handen van poortmeesters en vestmeesters, die raden of burgemeester werden genoemd. Voor moeilijke beslissingen ging men te rade bij de ricdom of vroedschap: rijke maar vooral wijze → poorters. Geleidelijk aan vormde de vroedschap een vaste vergadering. Leden van de vroedschap waren voor het leven benoemd en kozen nieuwe leden door → coöptatie. De vroedschap koos uit zijn midden tevens de schout, schepenen, de burgemeester(s) en de pensionaris. Tijdens → Bataafse Republiek (1795) werd de vroedschap opgeheven.