Lexicon Nederland en België

Liek Mulder (1994)

Gepubliceerd op 02-08-2017

Tempel

betekenis & definitie

Tempel, Jan van den, Nederlands politicus, *1.8.1877 Willemstad, +2.7.1955 Amsterdam. Van den Tempel was huisschilder in Amsterdam; in 1900 werd hij voorzitter van het stakingscomité van de Schildersgezellenbond.

Van 1906-1918 was hij secretaris van het Nederlands Verbond van Vakverenigingen (nvv). Van 1910-1919 en van 1927-1931 was hij voor de Sociaal-Democratische Arbeiders Partij lid van de Amster-damse gemeenteraad. Van 1915-1939 was hij Tweede-Kamerlid en van 1939-1945 minister van Sociale Zaken. Tussen alle politieke werkzaamheden door studeerde hij ook nog: in 1911 behaalde hij de akte mo staathuishoudkunde en in 1913 de akte mo staatsinrichting. Hij promoveerde in 1929 in Rotterdam in de handelswetenschappen. Van den Tempel week in 1940 met de regering uit naar Engeland. Hij behoorde in 1945 tot de socialistische ministers, die vanwege de door → Gerbrandy geforceerde kabinetscrisis ontslag kregen. Hij ontwikkelde onder andere een stelsel van werklozenverzekering (1913) en werkte mee aan de oprichting van een industriebank (1936).