Lexicon Nederland en België

Liek Mulder (1994)

Gepubliceerd op 02-08-2017

Slavernij

betekenis & definitie

Slavernij, instelling waarbij een mens privé-eigendom is van een ander mens. Slavernij is een universeel verschijnsel, dat al uit de prehistorie dateert.

In de Nederlanden kwam het gedurende de Romeinse tijd voor. In de Middeleeuwen vertoonde de lijfeigenschap kenmerken van slavernij. Slavernij kwam in de nieuwe tijd op uitgebreide schaal voor in de koloniën van de Noordnederlandse Republiek, zoals in de → Kaapkolonie, in Nederlands-Oost-Indië en vooral in het Caribisch gebied. Slavernij was economisch gezien de enige mogelijkheid in het nijpend tekort aan arbeidskrachten op de (sub)tropische plantages te voorzien. Vooral negers uit West-Afrika (Guinea) en in mindere mate uit Angola werden tot slaaf gemaakt. Dit leidde tot een massale gedwongen migratie van Afrikanen naar de Nieuwe Wereld (→ slavenhandel). Het fundamentele principe van slavernij werd in de 17e en 18e eeuw zelden aangevochten, wel de soms bijzonder wrede behandeling en bestraffing van slaven. Onder invloed van het liberalisme kwam in de 19e eeuw het verschijnsel op zich ter discussie te staan. Toen andere Westeuropese landen de slavernij hadden afgeschaft (Denemarken 1813, Engeland 1833, Zweden 1845, Frankrijk 1848), stond de Nederlandse regering onder grote binnen- en buitenlandse druk om hetzelfde te doen. Nederland volgde in 1858 in Nederlands-Indië en in 1863 (in hetzelfde jaar als in de vs) in West-Indië. Bij de Emancipatie op 1.7.1863 waren in Suriname drieëndertigduizend en op de Antillen elfduizend slaven vrijgekocht.