Schependomsrecht, erfrecht dat bepaalde dat de goederen geërfd werden door de nabestaanden van degene die de goederen had ingebracht, in tegenstelling tot het → aasdomsrecht, waarbij de graad van bloedverwantschap beslissend was. Bij het ontbreken van afstammelingen werd het bezit verdeeld in een vaderlijke en moederlijke helft.
Vervolgens erfden de ouders en hun afstammelingen, respectievelijk grootouders en afstammelingen enzovoort. Het schependomsrecht gold in Holland beneden de IJssel en in Zeeland.