Lexicon Nederland en België

Liek Mulder (1994)

Gepubliceerd op 02-08-2017

Pannekoek

betekenis & definitie

Pannekoek, Antonie, Nederlands sterrenkundige en marxistisch theoreticus, *2.1.1873 Vaassen, +28.4.1960 Wageningen. Pannekoek werd in 1918 lector en was van 1925-1942 hoogleraar aan de Gemeente Universiteit van Amsterdam en directeur van het Astronomisch Instituut.

Hij deed belangrijk werk op het gebied van de astrofysica, de bouw van het melkwegstelsel en de geschiedenis van de sterrenkunde. In 1899 trad hij toe tot de → Sociaal-Democratische Arbeiders Partij; in Duitsland fungeerde hij jarenlang als marxistisch theoreticus aan de sociaal-democratische partijschool. Hij koos bij de scheuring in de sdap (1909) de zijde van de → Sociaal-Democratische Partij (sdp), die zich in 1918 tot de → Communistische Partij Holland (cph) omvormde. Tijdens de Eerste Wereldoorlog had Pannekoek met zijn radicaal-marxistische aanvallen op met name Karl Kautsky enige invloed op Lenin. Samen met Herman Gorter verliet hij in 1920 de cph; beiden wantrouwden de communistische bureaucratie en bepleitten de instelling van arbeidersraden. Pannekoek ontving in 1951 de gouden medaille van de Royal Astronomic Society, de hoogste onderscheiding op het gebied van de astronomie.