Lexicon Nederland en België

Liek Mulder (1994)

Gepubliceerd op 02-08-2017

Pandsteden

betekenis & definitie

Pandsteden, de steden Vlissingen, Brielle en het fort Rammekens (op Walcheren), die koningin Elisabeth I van Engeland bij het verdrag van 20.8.1585 opeiste. Ze dienden als waarborg voor de terugbetaling van de kosten die zij gemaakt had tijdens de → Tachtigjarige Oorlog, toen zij aan de Noordelijke Nederlanden hulp verleende (→ Leicester).

De steden kregen een Engelse bezetting, waarmee Engeland een sterke strategische positie had aan de monden van Maas en Schelde. → Oldenbarnevelt maakte van de geldnood van koning Jacobus I gebruik om de pandsteden in te lossen. Hij kocht in 1616 de schuld af voor tweehonderdvijftigduizend pond, ofschoon Engeland nog zeshonderdduizend pond te vorderen had. Hiermee was tevens het gevaar verdwenen dat Jacobus de pandsteden aan Spanje zou overleveren.