Lexicon Nederland en België

Liek Mulder (1994)

Gepubliceerd op 02-08-2017

Mammoetwet

betekenis & definitie

Mammoetwet, Nederlandse wet van 12.2.1963, in werking getreden op 1.8.1968.

De officiële naam was: Wet op het Voortgezet Onderwijs. Het ontwerp was afkomstig van minister J.M.L.T. → Cals. Bij deze wet werd het voortgezet onderwijs onderscheiden in: 1. voorbereidend wetenschappelijk onderwijs; 2. algemeen voortgezet onderwijs; 3. beroepsonderwijs; 4. andere vormen van voortgezet onderwijs. De hbs als schooltype verdween. Daar de Mammoetwet de mogelijkheid opende een school voor een van de vormen van voortgezet onderwijs te verenigen met een of meer andere schooltypen, ontstonden scholengemeenschappen. Het voorbereidend wetenschappelijk onderwijs kent als schooltypen atheneum, gymnasium en ongedeeld vwo; de cursusduur is zes jaar; het vwo is bedoeld voor leerlingen die later aan universiteit of hogeschool hun studie voortzetten. Het algemeen voortgezet onderwijs omvat havo (Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs), mavo (Middelbaar Algemeen Voortgezet Onderwijs) en lavo (Lager Algemeen Voortgezet Onderwijs). Het havo heeft een cursusduur van vijf jaar en is bedoeld voor leerlingen die hun studie willen voortzetten aan een instelling van hoger of middelbaar beroepsonderwijs of naar de vijfde klas van het vwo doorstromen. Het mavo wordt gegeven aan scholen met een vierjarige cursus en geeft aansluiting op het Middelbaar Beroepsonderwijs (mbo). Het lavo verving ondermeer het vglo (Voortgezet Lager Onderwijs). Het beroepsonderwijs wordt gegeven aan scholen voor technisch onderwijs, huishoud- en nijverheidsonderwijs. In het begin van de jaren negentig werd de naam vbo (Voorbereidend Beroepsonderwijs) gebruikt. Het vwo, havo en mavo kennen een brugklas, waarin het onderwijs dezelfde vakken omvat. Na het brugjaar, dat ook langer dan één jaar kan duren, volgt differentiatie. De bedoeling van de Mammoetwet was doorstroming van het ene schooltype naar het andere mogelijk te maken.