Lexicon Nederland en België

Liek Mulder (1994)

Gepubliceerd op 02-08-2017

Landschout

betekenis & definitie

Landschout, vertegenwoordiger van de landsheer in een meerdere → kerspels of dorpen omvattend onderdeel van het landsheerlijk territoir, vaak een → gouw of een graafschap. In de late Middeleeuwen raakte de titel in onbruik daar de ambtenaren zich anders gingen noemen, bijvoorbeeld → amman, → drost of → maarschalk, om zich zo te onderscheiden van de lagere, plaatselijke schouten.