Lexicon Nederland en België

Liek Mulder (1994)

Gepubliceerd op 02-08-2017

Landdrost

betekenis & definitie

Landdrost, 1. andere benaming van → drost of → baljuw; 2. hoofd van een bijzondere politie in West-Friesland en in het Noorderkwartier. Hij was geen baljuw, maar had tot taak vagebonden te vervolgen.

Ook in andere streken kwamen dergelijke landdrosten voor; 3. hoofd van een departement tijdens het Koninkrijk → Holland (1806-1810); 4. bestuurder van een Nederlands gebied, dat nog niet in de provinciale en gemeentelijke indeling valt: in Duitse gebieden die tijdelijk als gevolg van grenscorrecties aan Nederland kwamen en in de IJsselmeerpolders vóór de instelling van de provincie Flevoland.