Lexicon Nederland en België

Liek Mulder (1994)

Gepubliceerd op 02-08-2017

Karel V

betekenis & definitie

Karel V, Duits keizer (1519-1556), Koning van Spanje (1516-1556), regeerder over de Nederlanden (1506-25.10.1555), *24.2.1500 Gent, +21.9.1558 San Yuste; zoon van → Filips de Schone en Johanna van Aragon. Karel huwde op 10.3.1526 Isabella van Portugal, dochter van Emanuel I de Grote en Maria van Aragon.

Hij verwierf Friesland (1524), Utrecht en Overijssel (1528), Groningen (1536), Gelre (1543) en voltooide daarmee de eenheid van de zeventien Nederlandse gewesten. In 1519 erfde hij van zijn grootvader → Maximiliaan I de Oostenrijkse `Hausmacht'. In 1531 introduceerde Karel V in de Nederlanden een centraal bestuur, vormgegeven door de → Collaterale Raden; in de gewesten werden stadhouders benoemd. De eenheid in de Nederlanden werd versterkt door het Verdrag van Augsburg (→ Bourgondische Kreits, 1548). De → Pragmatieke Sanctie (1549) moest een toekomstige verdeling van de Nederlanden voorkomen. Onder zijn bewind beleefden Brabant en Vlaanderen grote economische bloei. Karel zette zich in voor de bescherming van het rooms-katholicisme, maar kon de overwinning van het protestantisme in Duitsland, bekrachtigd door de Godsdienstvrede van Augsburg (1555), niet verhinderen. De vroeg oude Karel trad in 1555 af; hij gaf het bestuur over de Nederlanden in handen van zijn zoon → Filips II. In de Oostenrijkse erflanden en in het Duitse keizerrijk werd hij opgevolgd door zijn broer Ferdinand (1558). De → landvoogden Don → Juan (van Oostenrijk) en → Margaretha van Parma waren buitenechtelijke kinderen van Karel, die hij bij respectievelijk Barbara Blomberg en Johanna van der Gheinst had.