Lexicon Nederland en België

Liek Mulder (1994)

Gepubliceerd op 02-08-2017

Handelscompagnie

betekenis & definitie

Handelscompagnie, handelmaatschappij; (vroeger) handelsorganisatie, gericht op de handel op overzeese gebieden. Sinds het eind van de 16e eeuw werden in een aantal Europese landen organisaties opgericht voor de handel op verre, overzeese gebieden.

In bepaalde opzichten werkten zij volgens de patronen van de → Hanze en van de → Merchant Adventurers. De handelscompagnieën werden door de respectievelijke staten gesteund door het verstrekken van monopolies en privileges, zoals het recht zelfstandig verdragen te sluiten, (versterkte) factorijen te stichten en oorlog te voeren. Hierdoor speelden zij een belangrijke rol bij de vorming van koloniale bezittingen. In de Nederlandse Republiek waren de → Compagnieën van Verre de zogenaamde voorcompagnieën van de voc. Engeland kende onder andere de East India Company (eic) en de Hudsonbaaicompagnie; Frankrijk bezat de Franse Oostindische Compagnie; de Zuidelijke Nederlanden hadden de → Oostendse Compagnie en Oostenrijk de → Compagnie van Triëst en Fiume. Omstreeks 1800 werd het geprivilegieerde karakter van de compagnieën aanleiding tot opheffing van de meeste; hun activiteiten werden door de staat overgenomen.