Lexicon Nederland en België

Liek Mulder (1994)

Gepubliceerd op 02-08-2017

Fagel

betekenis & definitie

Fagel, Nederlandse regentenfamilie. Verschillende leden bekleedden van 1672 tot 1795 het griffierschap van de Staten-Generaal dat vrijwel erfelijk was geworden.

De familie had daarnaast grote invloed in de besturen van Haarlem, Nijmegen en het → Hof van Holland. Bekend is onder anderen:

Gaspar Fagel, Nederlands staatsman, *25.1.1634 's-Gravenhage, +15.12.1688 's-Gravenhage. Hij was advocaat in 's-Gravenhage en vanaf 1663 pensionaris van Haarlem, dank zij de invloed van raadpensionaris Johan de → Witt, wiens politiek hij steunde. Waarschijnlijk was hij de opsteller van het → Eeuwig Edict van 1667. In 1670 werd hij griffier van de Staten-Generaal. Fagel koos in 1672 de zijde van stadhouder Willem III; hij werd diens adviseur. Na het aftreden van Johan de Witt in augustus 1672 werd hij → raadpensionaris. Hij verzette zich tegen het aanknopen van vredesonderhandelingen met Frankrijk en Engeland.