Lexicon Nederland en België

Liek Mulder (1994)

Gepubliceerd op 02-08-2017

Eigenerfde

betekenis & definitie

Eigenerfde, landbouwer met eigen erf of hoeve, vooral in het noorden van Nederland. Indien de boerderij van de eigenerfde de ter plaatse vereiste grootte had (en derhalve als een vol boerenbedrijf werd beschouwd), had de eigenaar ervan het recht deel te nemen aan bestuur en rechtspraak in de → buurschap en in hogere rechtskringen.

De eigenerfden maakten deel uit van de Friese, Groningse en Drentse Landdag (ieder voor zich, zonder vertegenwoordiging). Tijdens de Noordnederlandse Republiek zonden zij in Friesland één volmacht uit elke → grietenij, in Drenthe één volmacht uit elk → kerspel, in de Groninger Ommelanden daarentegen bleven de eigenerfden zelf opkomen.