Lexicon Nederland en België

Liek Mulder (1994)

Gepubliceerd op 02-08-2017

Duvenvoorde

betekenis & definitie

Duvenvoorde, Hollands adellijk geslacht dat zijn naam ontleende aan een riddergoed bij Voorburg (Duvenvoorde), dat in 1226 door Diederik van Wassenaar aan zijn broer Filips in leen werd gegeven. Het geslacht splitste zich in verschillende takken, waaronder Polanen, Warmond en Obdam.

In de → Tachtigjarige Oorlog kozen de leden van het geslacht de zijde van de opstandelingen. Als vertegenwoordiger van dit geslacht kan worden vermeld:

Willem van Duvenvoorde (alias Willem Snieckerieme), staatsman, *circa 1290, +12.8.1353; buitenechtelijk kind van Filips van Duvenvoorde. Hij was kamerheer en zegelbewaarder aan het hof van graaf → Willem III. Willem verwierf bezittingen in Holland en in Brabant, evenals een aanzienlijk vermogen, dat door het huwelijk van zijn achternicht Johanna van Polanen met → Engelbrecht II van Nassau (1403) in handen van de Nederlandse familie Nassau kwam. Tot zijn schuldenaars behoorden de koning van Engeland, de bisschop van Utrecht, de aartsbisschop van Keulen en de hertog van Brabant.