Lexicon Nederland en België

Liek Mulder (1994)

Gepubliceerd op 02-08-2017

Crisis

betekenis & definitie

Crisis [Gr. krisis, beslissing, keerpunt], de omslag aan het einde van een periode van hoogconjunctuur, die doorgaans het begin van een teruggang in de economie vormt, die meestal ook crisis wordt genoemd. Crises zijn de gehele geschiedenis voorgekomen (bijvoorbeeld in 1095, in 1566 en in 1789), maar waren dan meestal het gevolg van min of meer toevallige omstandigheden, zoals misoogst, overstromingen.

De crises van de 19e en 20e eeuw zijn echter nauw verbonden met het kapitalistische produktiestelsel en vertonen dan ook een zekere regelmatigheid. Bovendien is de moderne crisis, in tegenstelling tot vroeger eeuwen, internationaal. Bekend is geworden de hevige beurscrisis in 1929 in de Verenigde Staten (Black Thursday-24 oktober), die een lange periode van ongekend lage economische activiteit inluidde, die bij het begin van de Tweede Wereldoorlog nog niet ten einde was. Nederland telde in 1936 bijvoorbeeld ruim vierhonderdduizend werklozen.