Lexicon Nederland en België

Liek Mulder (1994)

Gepubliceerd op 02-08-2017

Citadel

betekenis & definitie

Citadel [Lat. civitas, versterkte plaats], 1. Afzonderlijk te verdedigen deel van een vesting, bedoeld als reduit, dat wil zeggen de laatste toevlucht voor de bezetting om de weerstand zo lang mogelijk te rekken. 2. `Dwangburcht', van waaruit de stedelijke bevolking in bedwang kon worden gehouden.

In 's Hertogenbosch bestaat nog de citadel Papenbril uit circa 1630. In Antwerpen werd in 1567 op last van Alva een citadel gebouwd, die in 1832 door Chassé als laatste Nederlandse steunpunt werd verdedigd. Ook de Vredenburg in Utrecht, die in 1529 werd gebouwd en in 1577 vrijwel geheel werd gesloopt, was een dwangburcht. In 1976 werden resten van deze burcht opgegraven. In Dinant, Hoei en Namen zijn nog bestaande citadels te zien.