Beeldenstorm, gewelddadige vernieling van beelden, sieraden en dergelijke uit rooms katholieke kerken, tijdens de Hervorming. In verband met de geschiedenis der Nederlanden wordt de term gebruikt voor de gebeurtenissen die in 1566 plaatsvonden.
De Beeldenstorm was in eerste instantie een gevolg van de calvinistische prediking tegen de rooms katholieke Kerk en in het bijzonder tegen haar `afgoderij'. Verder heerste er grote onvrede over de slechte economische situatie (voedselschaarste en hoge prijzen) en verweten velen de politieke leiders van het verzet tegen de Spaanse politiek in de Nederlanden een slappe houding. De onlusten begonnen op 10.8.1566 toen het klooster Sint Laurentius bij Steenvoorde in Vlaanderen werd bestormd. Vanuit Vlaanderen breidde de Beeldenstorm zich in enkele maanden tot in Groningen uit. In plaats van gebruik te maken van deze uitbarsting, sloten de edelen die zich verzet hadden tegen de Spaanse politiek een akkoord met landvoogdes → Margaretha van Parma (→ Compromis). Zij zagen de Beeldenstorm als een volksopstand die voor hun positie nog bedreigender was dan de Spaanse politiek. Om dezelfde reden wendden calvinistische kooplieden en industriëlen zich van de beweging af.
