Lexicon Energiemarkt

Jean-Paul Pinon (2003)

Gepubliceerd op 13-09-2021

Beroep

betekenis & definitie

Onder het instellen van beroep wordt verstaan:

het instellen van administratief beroep, dan wel van beroep bij een administratieve rechter (artikel 1:5, eerste lid, Algemene wet bestuursrecht).

De term ‘instellen van beroep’ slaat dus zowel op administratief beroep als bestuursrechtelijke vóórprocedure als op het beroep bij een administratieve rechter (‘bestuursrechter’).

Voor administratief beroep zie verder onder ‘administratief beroep’.

De algemene bepalingen voor ‘beroep’ (dus zowel voor administratief beroep als voor beroep bij een administratieve rechter). staan in hoofdstuk 6 van de Algemene wet bestuursrecht. Bijzondere bepalingen over administratief beroep zijn te vinden in hoofdstuk 7 Algemene wet bestuursrecht. Bijzondere bepalingen over het beroep bij de rechtbank staan in hoofdstuk 8 Algemene wet bestuursrecht. Bijzondere bepalingen over beroep bij een andere administratieve rechter dan de rechtbank staan dus niet in de Algemene wet bestuursrecht; die bepalingen zal men in de bijzondere wetten kunnen vinden die die administratieve rechters regelen.

Een belanghebbende kan tegen een besluit beroep instellen bij de rechtbank (artikel 8:1 Algemene wet bestuursrecht; zie hierover verder onder ‘besluit’). Het instellen van beroep op een administratieve rechter geschiedt door het indienen van een beroepschrift bij die rechter (artikel 6:4, derde lid, Algemene wet bestuursrecht).

Tegen een op grond van de Elektriciteitswet 1998 genomen besluit, met uitzondering van een besluit als bedoeld in de artikelen 76 en 98 tot en met 101, kan een belanghebbende beroep instellen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (artikel 82, eerste lid, Elektriciteitswet 1998). Voor beroep tegen een besluit op grond van artikel 76 Elektriciteitswet 1998 (een besluit betreffende een toeslag op de transporttarieven ten behoeve van duurzame elektriciteit; op 1 november 2002 nog niet in werking getreden). is de rechtbank te Rotterdam bevoegd. Voor beroep tegen besluiten op grond van de artikelen 98 tot en met 101 is de Rechtbank in Arnhem bevoegd. De artikelen 98 tot en met 101 zijn inmiddels vervallen; zij bevatten bepalingen omtrent de afwikkeling van de ‘bakstenen’.

Tegen een op grond van de Gaswet genomen besluit, met uitzondering van een besluit als bedoeld in de artikelen 11, vijfde lid, en 16 Gaswet kan en belanghebbende beroep instellen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven. Indien beroep wordt ingesteld tegen een besluit als bedoeld in de artikelen 11, vijfde lid, en 16 Gaswet is, in afwijking van artikel 8:7 Algemene wet bestuursrecht, de rechtbank te Rotterdam bevoegd.

Artikel 11, vijfde lid, Gaswet betreft de bevoegdheid van de directeur om een of meer gastransportbedrijven op te dragen de aansluitingsvoorwaarden aan te passen indien dat naar zijn oordeel noodzakelijk is in verband met de naleving van de eisen van objectiviteit en non-discriminatie of gelet op de notificatie aan de Europese Commissie.

Artikel 16 Gaswet betreft de bevoegdheid om in geval van ernstige economische en financiële moeilijkheden een gastransportbedrijf ontheffing te verlenen van zijn verplichting tot onderhandelen over toegang.

Voor de volledigheid zij opgemerkt dat voordat een belanghebbende bij bovengenoemde administratieve rechters beroep kan instellen, er eerst bezwaar gemaakt moet zijn.

Zie ook: administratief beroep, D: belanghebbende, D: besluit, D: bezwaar.