Lexicon Energiemarkt

Jean-Paul Pinon (2003)

Gepubliceerd op 13-09-2021

Algemeen verbindend voorschrift

betekenis & definitie

Algemene, naar buiten werkende regel(s). waaraan zowel burgers als overheidsorganen gebonden zijn en/of waaraan zij rechten (bevoegdheden). kunnen ontlenen (P.J. Boon, J.G.

Brouwer, A.E. Schilder, Regelgeving in Nederland (2e druk)., Deventer: W.E.J. Tjeenk Willink, 1996, p 7).Een naar buiten werkende, voor de daarbij betrokkenen bindende (algemene). regel, uitgegaan van het openbaar gezag dat de bevoegdheid daartoe aan de wet ontleent (TK 1998-1999, 23 700, nr. 3).

Algemeen verbindende voorschriften worden ook wel ‘wetten in materiële zin’ genoemd.

Tegen een algemeen verbindend voorschrift staat geen bezwaar/administratief beroep of beroep bij de bestuursrechter open (zie artikel 8:1, onderdeel a, Algemene wet bestuursrecht).

In enkele uitzonderlijke gevallen is tegen een algemeen verbindend voorschrift wel beroep mogelijk. Zo bepaalt artikel 82, eerste lid, Elektriciteitswet 1998 dat ‘[v]oor zover een besluit, genomen op grond van artikel 27 of 31 [Elektriciteitswet 1998] aangemerkt wordt als algemeen verbindend voorschrift, een belanghebbende in afwijking van artikel 8:2 van de Algemene wet bestuursrecht beroep [kan] instellen bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven.’ Artikel 27 Elektriciteitswet 1998 ziet op de TarievenCode, en artikel 31 op de technische codes.

In zijn uitspraak van 22 maart 2001 in een voorlopige-voorzieningprocedure heeft de President van het College van Beroep voor het bedrijfsleven aangegeven dat de in artikel 82, eerste lid, Elektriciteitswet 1998 bedoelde besluiten niet worden ‘genomen op grond van artikel 27 of 31’ Elektriciteitswet 1998, maar op grond van artikel 36 Elektriciteitswet 1998. Volgens de President blijkt uit de nota van wijziging (TK 1999-2000, 26 463, nr. 7). waarmee het huidige artikel 82, eerste lid, Elektriciteitswet 1998 is voorgesteld, echter onmiskenbaar dat de wetgever in ieder geval met ingang van 10 augustus 2000 (de inwerkingtreding van het huidige artikel 82, eerste lid, Elektriciteitswet 1998). de mogelijkheid heeft willen introduceren van bezwaar en beroep (bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven). tegen de vaststelling van tariefstructuren en voorwaarden, zijnde besluiten op grond van artikel 36 Elektriciteitswet 1998. Op grond van een extensieve interpretatie van de parlementaire geschiedenis van artikel 82, eerste lid, Elektriciteitswet 1998 acht de President het vervolgens niet geheel uitgesloten dat het College van Beroep voor het bedrijfsleven in de bodemprocedure zal concluderen tot bevoegdheid van het College om kennis te nemen van geschillen omtrent besluiten betreffende de vaststelling van tariefstructuren en voorwaarden, daterende van vóór 10 augustus 2000, en van geschillen omtrent tariefbesluiten, indien deze tariefbesluiten zijn aan te merken als algemeen verbindende voorschriften.

Intussen heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven ook geoordeeld dat ‘voorzover de [in artikel 82 Elektriciteitswet 1998 bedoelde] besluiten zijn aan te merken als algemeen verbindende voorschriften, hiertegen dus ingevolge artikel 82 van de Elektriciteitswet 1998 naar zijn tekst op 10 augustus 2000 de rechtsmiddelen open stonden die de Algemene wet bestuursrecht biedt. Het College volgt het oordeel van de president in zijn uitspraak van 22 maart 2001 dat geen onderscheid gemaakt moet worden tussen besluiten die dateren van vóór en na 10 augustus 2000. Het College maakt de hiertoe strekkende overwegingen van de president tot de zijne. Het College acht zich dan ook bevoegd kennis te nemen van het beroep en verweerder was bevoegd op het bezwaarschrift te beslissen’ (College van Beroep voor het bedrijfsleven 4 september 2002, te vinden op www.rechtspraak.nl, LJN-nr.: AE8317, Zaaknr.: AWB 01/413).