Gepubliceerd op 18-08-2020

Wispelturig

betekenis & definitie

het eerste lid is de stam van wispelen (bijvorm kwispelen) — zich onrustig bewegen, in gestadige beweging zijn, als frequentatief van wispen : „Een vischje wispte met den steert”. Het tweede lid herig (in plaats van tierig, zooals duur en dier afwisselen) is een afl. van tier = aard (vgl. tieren: goed aarden, welig opschieten).

Het woord bet. dus letterlijk: veranderlijk van aard zijn.