Gepubliceerd op 18-08-2020

Vele eersten zullen de laatsten zijn en vele laatsten de eersten

betekenis & definitie

Volgens Matth. 19 vraagde Petrus, tevens uit naam zijner medediscipelen: „Zie, wij hebben alles verlaten en zijn u gevolgd: wat zal ons geworden ?” Petrus meende door die zelfopoffering aanspraak te hebben op de eerste plaatsen in het koninkrijk der hemelen. Maar Jezus wilde die eerzucht tegengaan en sprak toen de aangehaalde woorden, terwijl Hij er ter verduidelijking de gelijkenis van de arbeiders in den wijngaard op liet volgen.

Een heer huurde op verschillende uren van den dag arbeiders voor zijn wijngaard; zij, die ter eljder ure (zie aldaar) gekomen waren, ontvingen het eerst hun loon, en wel het volle dagloon. Toen nu de vroeger gekomenen hetzelfde bedrag ontvingen, murmureerden zij, want zij meenden nu op meer loon recht te hebben. Doch de heer zeide: „Ik doe u geen onrecht,” daar de arbeiders te voren met hem over ’t loon eens waren geworden. „Alzoo,” besloot Jezus Zijn gelijkenis, „alzoo zullen de laatsten de eersten en de eersten de laatsten zijn, want velen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren.”