Gepubliceerd op 18-08-2020

Vaag

betekenis & definitie

de vaag van den akker; in de vaag zijns levens. Vaag is een afl. van vagen of vegen, d. i. reinigen, in orde brengen, geschikt maken; daardoor werd vaag: geschiktheid om vrucht voor te brengen, en verder: vruchtbaarheid, wasdom, bloei Vergelijk nog vagevuur: het reinigende vuur.

Vaag als bijv. nw.: een vage (onzekere) herinnering, vage omtrekken, is het Fr. vague, uit ’t Lat. vagus = dolend (zie Vagebond), onzeker (van den weg)