Gepubliceerd op 18-08-2020

Recht en slecht

betekenis & definitie

eenvoudig, oprecht: „Recht en slecht is Hollands aard” (Heije). Recht bet. hier: zonder zijwegen, recht door zee, en slecht heeft de bet. van nederig, eenvoudig.

Immers slecht wil oorspr. zeggen: glad, vlak, effen, (niet boven anderen uitsteken, bijv.: een weg slechten, de wallen slechten, slecht water). Vandaar in Ps. 19 ,,’t Is Gods getuigenis, dat eeuwig zeker is, en slechten (= eenvoudigen) wijsheid leert.” — Evenzoo: „slechts dit zeg ik u” = eenvoudig dit, niets anders.