is oorspronkelijk een strafoefening, die reeds bij de oude Germanen in gebruik was. De misdadiger werd op de „radbrake” (een soort rad) gelegd, waarna hem de ledematen werden stuk geslagen; de laatste slag, die op het hart gegeven werd, heette de „genadeslag” (zie dat woord).
Radbraken is dus: verminken; vandaar bijv. een taal radbraken = zeer verminkt spreken.