Bij de Joden was dit de naam voor den Syrischen en Phoenicischen god van den rijkdom; vandaar: den Mammon offeren of dienen = voor den rijkdom leven, alleen naar wereldsche genoegens jagen en dus zijn plichten jegens God niet nakomen. Jezus zegt dan ook in Matth. 6:24: „Gij kunt niet God dienen en den Mammon.” (Zie heer en.) En in Luc. 16:9: „Maakt uzelven vrienden uit den onrechtvaardigen Mammon,” d. w. z. werft u vrienden door een verstandig gebruik van uw rijkdom, die anders tot onrechtvaardigheid leidt; ondersteunt dus de armen.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
