Definities van Levende taal verklarend woordenboek in de Ensie H
- Haan
- Haar op de tanden hebben
- Hachelijk
- Hand
- Handhaven
- Handlanger
- Handtasting
- Handwater
- Hangmat
- Hanteeren
- Haring of hering
- Hart
- Hartsvanger
- Haveloos
- Havenen
- Heer
- Heffe
- Heimwee
- Heinde
- Hemel en aarde bewegen
- Herberg
- Herculische kracht, gestalte
- Herder
- Hermelijn
- Het bloed kruipt, waar het niet gaan kan
- Het brandt als een lier
- Het gekreukte riet niet breken
- Het gelag betalen
- Het gemeste kalf wordt geslacht
- Het gortig maken
- Het gouden kalf aanbidden
- Het grauw
- Het grondsop is voor de goddeloozen
- Het hecht of heft in handen hebben
- Het hemd is nader dan de rok
- Het hinkende paard komt achteraan
- Het hoekje omgaan
- Het ijs breken
- Het is lood om oud ijzer
- Het is niet recht kauscher
- Het is tusschen hen koek en ei
- Het land hebben
- Het land van belofte
- Het leeuwendeel
- Het loodje moeten schieten
- Het lot valt altijd op Jonas
- Het neusje van den zalm
- Het onderspit delven
- Het raakt kant noch wal
- Het riekt naar den mutsaard
- Het spits afbijten
- Het spits bieden
- Het Trojaansche paard inhalen
- Het vat der Danaïden vullen
- Het verloren schaap is terecht
- Het verstuift als kaf voor den wind
- Het vette der aarde genieten
- Het zwaard aangorden
- Het zwaard van Damocles
- Heusch
- Hij haalt bakzeil
- Hij is des keizers vriend niet
- Hij is een vreemdeling in Jeruzalem
- Hij is kort aangebonden
- Hij is onder een hoedje te vangen
- Hij is van ’t hondje gebeten
- Hij loopt met molentjes
- Hijlikmaker
- Hinken op twee gedachten
- Hoeksteen
- Hoofd
- Hoogmoed komt vóór den val
- Hoovaardig
- Hopman
- Hou en trouw
- Huidig
- Hunebed
- Hydra