Wanneer men letselschade ondervindt, heeft men door toedoen van een ander lichamelijke of geestelijke schade opgelopen. Letselschade kan bijvoorbeeld ontstaan tijdens een werk- of verkeersongeval. In geval van letselschade is het mogelijk om de schuldige aansprakelijk te stellen en een schadeclaim in te dienen.
Letselschade kan allerlei oorzaken hebben. Men kan letselschade oplopen door een ongeval of een misdrijf, maar bijvoorbeeld ook door een slecht product of door een medische misstap. Men spreekt van letselschade wanneer de opgelopen schade is veroorzaakt door toedoen van een ander. Bij letselschade wordt er dan ook vaak iemand, een persoon of een bedrijf, aansprakelijk gesteld. In bepaalde gevallen zal diegene die letselschade heeft veroorzaakt een schadevergoeding moeten betalen aan het slachtoffer. Letselschade kan zowel lichamelijk als geestelijk zijn. Voor laatst genoemde geldt dat het gaat om immateriële schade, bijvoorbeeld slapeloosheid of de angst om op straat te gaan als gevolg van een misdrijf.
Wanneer iemand letselschade heeft opgelopen, wordt doorgaans gekeken in hoeverre deze schade het dagelijkse leven van het slachtoffer heeft veranderd. Door letselschade kan iemand bijvoorbeeld niet meer fulltime werken, waardoor hij of zij minder inkomen heeft. Dit kan grote gevolgen hebben voor het dagelijkse leven van het slachtoffer. Het kan ook dat men door letselschade niet meer kan sporten. Ook in dat geval zal het slachtoffer een schadeclaim kunnen indienen bij de schuldige. Men kan immers niet meer sporten door de schade, iets wat men daarvoor wel kon.
Sommige vormen van letselschade komen relatief vaak voor, zoals werk- en verkeersongevallen. In die situaties wordt de zwakkere partij beschermd tegen een sterkere partij. Als fietser heeft men bijvoorbeeld een sterke positie ten opzichte van een automobilist in geval van letselschade. Daarnaast hebben werknemers over het algemeen een sterke rechtspositie tegenover werkgevers in geval van een bedrijfsongeluk.
