Overheen gaan, er overheen gaan - seks hebben, een dame nemen. Een voorbeeld van linguïstische crossdressing. overloper, (voorheen) lesbische vrouw die het met een man aanlegt.
Ook verraadster, overstroomd, het overstroomde land, natte omgeving, namelijk de vagina bij opwinding. Ook het stroomt aan alle kanten. Zie ook stormvloedkering.