Lesbotaal Lexicon Lesbiaans : lexicon van de lesbotaal

Hanneke Kunst en Xandra Schutte (1991)

Gepubliceerd op 02-05-2019

Lesbisch

betekenis & definitie

Lesbisch - aanduiding voor de liefde tussen vrouwen. Van het Aegeische eiland Lesbos, waar de Griekse dichteres Sappho (± 61Z-558 v. Chr.) leefde met een kring meisjes om haar heen.

Sappho werd naast haar dichtkunst beroemd om haar liefde voor vrouwen, vandaar de benamingen lesbisch en sapphisch voor de vrouwenliefde. De aanduiding lesbisch betekende in de dagen van Sappho (en nu nog) bewoner of bewoonster van het gelijknamige eiland. ...je bedoelt dat ze zo’n Lesbische is. Ik heb wel eens gehoord dat de vrouwen op dat eiland er net als mannen uitzien en dat ze nooit met mannen vrijen; ze gaan met vrouwen naar bed net als mannen. (Lucianus ± zoo n. Chr). In het Frans werd de term al in de 17de eeuw gebruikt. In Nederland werd lesbisch waarschijnlijk pas in de tweede helft van de 19de eeuw gebezigd. In ieder geval dook de term op in 1847: Van geringer beteekenis is de wellustige omgang van vrouwen onder elkander, de zoogenaamde lesbische liefde, waarbij de, aan deze ondeugd overgegevene (‘Tribades, Fricatrices’ bij de ouden genaamd) zich of van eenen kunstmatigen Priapa bedienen, of eene buitengewoon groote clitoris, tot het zelfde doel misbruiken. (Von Siebold, 1847)Het duurde nog een hele tijd voordat vrouwen zichzelf als lesbisch gingen benoemen.

Gestimuleerd door radicale lesbische groeperingen in de jaren zeventig gingen steeds meer vrouwen zich apart van homoseksuele mannen organiseren. Zij bedienden zich van leuzen als: Liever lesbisch. Alle vrouwen zijn lesbisch, behalve zij die het nog niet weten. Vanaf dat moment begon de aanduiding lesbisch pas goed door te dringen in het dagelijks spraakgebruik. Het standpunt dat lesbisch zijn net zoiets was als grote voeten hebben (je werd ermee geboren) was het meest liberale. (Hekma e.a., 1989).

Er bestaan tegenwoordig vele variaties op lesbisch: lebsisch, lepsies, leptisch, lesbadinks, lesbero, lesbiaans, lesbide, lesbieus, lesbiek, lesbotisch, lesbysk, libisch, liesbeth, rugbies en verlesbischen. Als bijvoeglijk naamwoord ook veel gebruikt: lesbisch huwelijk, van de L.L. (lesbische liefde), lesbisch levensgevoel, lesbisch ontbijt/brunch en lesbisch verlangen. Ook lespol, verkorting van lesbische politiek. Ten slotte bestaan er ook diverse uitdrukkingen waarmee wordt aangegeven hoe lesbisch een dame wel niet kan zijn: zo lesbisch als een loden deur, zo lesbisch als een paard, zo lesbisch als een wiel.