Lesbotaal Lexicon Lesbiaans : lexicon van de lesbotaal

Hanneke Kunst en Xandra Schutte (1991)

Gepubliceerd op 02-05-2019

Eenentwintig, tweeëntwintig

betekenis & definitie

Eenentwintig, tweeëntwintig - Bargoens voor 1) de meestal gemoedelijke aanduiding van een homoseksuele (dus ook lesbische) verhouding. In de opeenvolgende cijfers 2-1-2-2 wordt wellicht de twee-een-heid van twee gelijken uitgebeeld. 2) zelfbevrediging, bijvoorbeeld in 21,22, Kien!

eenzaam, verouderde bedekte aanduiding voor lesbisch. Het geeft het diepe gevoel aan van melancholie en niet te vervullen verlangen, dat veel homoseksuelen kennen wanneer zij hun ‘lot’ als tragisch ervaren. De term werd zeer veel gebruikt sinds Radclyffe Hall haar boek over het ongelukkige lesbische bestaan de titel ‘De bron van eenzaamheid’ (1928) gaf. De volgens haar mening onrechtvaardige behandeling welke één groep van medemensen ten deel viel bracht haar er toe in de vorm van een roman [De bron van eenzaamheid] hun zaak te bepleiten en aan te tonen, dat deze 'eenzamen’ heel vaak zeer bijzondere zedelijke en intellectuele kwaliteiten bezitten. (NRC, 2-7-49). Ook Anna Blaman noemde haar boek waarschijnlijk niet voor niets ‘Eenzaam avontuur’. Zij is een van de eenzamen die wil vergeten dat ze een vrouw is en die als een man over haar eigen sekse denken wil. (Blaman, 1948).