Buddy - letterlijk maatje, vrijwillige verzorger van aidspatient. Uit het Amerikaans overgenomen.
Onder buddies zijn veel lesbische dames te vinden, bulldyke, refereert aan de (meestal zwarte) vrouwen die zich in de jaren twintig in de Verenigde Staten als mannen kleedden. Het is een van de oudste termen in de Verenigde Staten die op lesbiennes van toepassing zijn. Bulldyke schijnt ook voor te komen in de Blues. ‘Buil’ komt van bulldog. Zie verder dyke. burniertje, jongensachtige lesbienne, keurig in het pak gestoken. Naar de verschijning van de schrijfster Andreas Burnier, die steevast gekleed gaat in herenkostuums van de uitmuntendste kwaliteit. Ook miniburniertje.
Zie ook meneertje, butch, oorspronkelijk de partner die de mannelijke rol inneemt in oud-potteuze relatie. De vrouwelijke wederhelft is de femme. Uit het Amerikaans overgenomen begrip. Het werkwoord ‘to butcher’ betekent onder meer knippen, een ‘butch cut’ is een kortgeknipte mannenkop. ‘Butcher’ verwijst eveneens naar een stoere, sterk gebouwde jongen of man, bijvoorbeeld Butch Cassidy. Butch duikt in de jaren twintig op in de lesbische subcultuur in de Verenigde Staten en werd in Nederland rond de jaren veertig ingevoerd. De butch maakt gebruik van masculiene kenmerken in kleding, accessoires, gedrag en omgangsvormen.
Stephanie was ingedeeld bij de ‘butches’ op grond van haar kleding, een ‘tweerijer’, dat wil zeggen een colbert met een dubbele sluiting, en haar forse voorkomen. Toch gedroeg zij zich niet als een echte butch en dit begrepen sommige mannelijke types, die door Stephanies uiterlijk heen keken en juist het vrouwelijke in haar zagen. (Van Kooten Niekerk & Wijmer, 1985). Tegenwoordig is butch meer een benaming voor een pot met een stevig postuur, masculien in uiterlijk en gedrag. Of zij had de bar en tafeltjes opgesierd met dildo’s op fluwelen bedjes, of zij liet het butch-personeel cowboyholsters met pistolen dragen om de heterovrouwen uit hun tent te lokken of nog meer schrik aan te jagen. (Van Mourik, 1988). De hedendaagse butch wordt zelf ook geneukt. (Lover, 1988 nr.z). Zie ook butchy.
