Lesbotaal Lexicon Lesbiaans : lexicon van de lesbotaal

Hanneke Kunst en Xandra Schutte (1991)

Gepubliceerd op 02-05-2019

Bespringen

betekenis & definitie

Bespringen - ironische benaming voor versieren en seksueel initiatief nemen. Als ze de kans krijgt, bespringt zij elk nieuw, groen potje. (Gehoord in COC), bifiel, eufemistische aanduiding voor biseksueel, analoog aan de verandering van homoseksueel in homofiel.

Gebruikt in COC-kringen, in het blad ‘Vriendschap’ in de jaren vijftig en zestig, biseks, verkorting van biseksueel. ‘Weet je wie allemaal lesbisch zijn?’ vroeg Cora. ‘Françoise Hardy, Adèle Bloemendaal... ’ ‘Nee, die is biseks,’ interrumpeerde Ineke haar. ‘Dondert niet,’ zij Cora en ging onverstoorbaar verder: ‘Pia Beek, Juliette Gréco, Marlène Dietrich, Martine Bijl, Greta Garbo, Rita Reys, Helen Shapiro...’ (Dorcas, 1990). biseksueel, het zich seksueel zowel tot mannen als tot vrouwen aangetrokken voelen. Biseksueel werd het eerst gebruikt door botanisten, die er hermafrodiete planten mee aanduidden; biseksueel stond tegenover uniseksueel. Op een gegeven moment had ik een vriendin die zei: ‘Ik ben niet lesbisch, hoogstens biseksueel.’ Nou, dat kan ook, dat mag voor mij ook best. Ik heb ook nog een relatie gehad met een getrouwde vrouw, die had pure seksualiteit, ook in haar huwelijk, alleen ze had ook nog een kant die mijn kant uitging. (Van Kooten Niekerk & Wijmer, 1985). Sommige lesbo’s in de dop gebruiken biseksueel in eerste instantie om te ontsnappen aan het stigma lesbisch.

Ook bi en triseksueel, iemand die voor alles in is. blaasseks, onmisbaar onderdeel van de vanilleseks, waarbij de huid wordt geprikkeld door warme, natte luchtstroompjes.