De motorrijtuigenbelasting (MRB) is een belasting die de eigenaar van een personenauto, motor, bestelbus, vrachtauto en autobus moet betalen. De hoogte van deze belasting is afhankelijk van het gewicht van het motorvoertuig, het brandstofsoort, de CO2-uitstoot en de provincie waarin de eigenaar woont. De motorrijtuigenbelasting wordt per kwartaal berekend.
Wanneer een motorrijtuig op naam gezet wordt moet er motorrijtuigenbelasting betaald worden. De eigenaar moet hiervoor aangifte voor motorrijtuigenbelasting doen. Vanaf dat moment wordt iedere drie maanden de belasting geïnd.
Bij de koop van een occasion betaalt de nieuwe eigenaar alleen belasting vanaf het moment van aankoop tot het einde van het kwartaal. Daarna moet de nieuwe eigenaar belasting over het volle kwartaal betalen. De verkoper hoeft na verkoop geen motorrijtuigenbelasting meer te betalen, maar dient wel een vrijwaringsbewijs te hebben om te kunnen aantonen dat hij of zij niet langer meer de eigenaar van het motorrijtuig is.
De hoogte van de motorrijtuigenbelasting wordt bepaalt door een aantal factoren. Omdat het geen gebruiksbelasting is maakt het niet uit of de auto gebruikt wordt of stilstaat. Het gewicht van de auto is wel van invloed op de hoogte van de belasting, evenals het brandstofsoort. Een auto met benzinemotor wordt het minste belast, daarna volgen LPG (met G3-installatie) en aardgas, diesel en ten slotte de ouderwetse LPG-installatie.
Ook de CO2-uitstoot van het motorvoertuig wordt meegenomen. Auto’s met een CO2-uitstoot van nul betalen geen motorrijtuigenbelasting. Heeft een auto een uitstoot tussen de 1 en 50 gram per kilometer, dan geldt het halftarief. Auto’s met een hogere uitstoot moet het volle tarief betalen.
Ten slotte bepaalt ook de provincie waarin de eigenaar van het voertuig woont de hoogte van de belasting. Elke provincie mag namelijk met een percentage de motorrijtuigenbelasting verhogen als een vergoeding voor het onderhoud aan wegen en infrastructuur.
