Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gepubliceerd op 14-02-2022

Văcŭus

betekenis & definitie

I. eig.,

a. in 't alg., leeg, vrij, zonder (iets), loca (plaatsen in het theater), Cic., partem aedium vacuam facere (ontruimen), Liv., nihil igni (abl.) vacuum, Cic., vacuum oppidum ab defensoribus, Caes., ager frugum vacuus, Sall. | subst., vacuum, i, n., lege ruimte, leegte , Verg., Hor., Liv.
b. in 't bijz., onbezet, onbeheerd, zonder erfgenaam, centuria, Cic., praeda, Cic., possessio regni, Caes., venire in vacuum, in het vacante bezit, Hor. | (van vrouwen) vrij = zonder man, - geliefde, mulier, Tac., Hersilia (als weduwe), Ov.; subst. plur. de ongehuwde vrouwen, Ov.

II. overdr.

a. in 't alg., vrij (van iets), (iets) niet hebbend, - ontberend, zonder (iets), verre -, zich verre houdend (van iets), animus sensibus et curis vacuus, Cic., cupiditate et gloria, Cic., animus a talibus factis vacuus, Cic., vacuus a culpa, Sall., van de tijd, nullus dies vacuus ab exercitationibus, Cic.; bij dichters ook c. gen., b.v. operum, Hor., criminis, Ov.
b. in 't bijz., (van diensten) vrij, vrijgesteld, omni tributo (abl.), Tac., ab omni sumptu, Cic., a tributis, Tac. | (van werk) vrij, zonder bezigheid, werkeloos, cum te sciremus esse vacuum, Cic., poët. overdr., van ontspanningsplaatsen, Tibur, Athenae, Hor.; (van kommer, van liefde) vrij, zorgeloos, onbevangen, animus vacuus, Cic., vacuus animo, Sall., cantamus vacui (van liefde), Hor., en zo vacuum pectus, Hor. | vrij (van hindernissen), alqd vacuum est, men heeft in iets de vrije hand, antea vacuum id solutumque poenā (en straffeloos), Tac., evenzo vacuum est c. inf., men kan vrij enz., Sall., Tac. | van plaatsen = open, openstaande, toegankelijk, ruim, porticus, Verg., vacuae aedes Romanis vatibus, Hor., aures vacuae, opmerkzaam luisterend, Lucr., Hor. | = waardeloos, onnut, ijdel, vergeefs, si res publica et senatus et populus vacua nomina sunt, Tac., tollens vacuum Gloria verticem, het ijdele hoofd, Hor.