strāvi, strātum (3);
1. onder iets strooien, - uitspreiden, - leggen, verbenas, Ter.; overdr., onder iets plaatsen, aanbieden enz., delicias, Lucr., overdr., omne corporeum animo, Cic., pudicitiam alci, prijsgeven, Suet.
2. van onderen bestrooien, bedekken, nidos mollissime, Cic.