Stўgis en Stўgos, acc. Stўgem en Stўga, f.
1. bron in Arcadië, wier ijskoud water vergiftig en bijtend was.
2. rivier in de onderwereld, waarbij de goden de heiligste en onschendbaarste eed zwoeren, vand. poët. meton. = onderwereld. | daarv. Stўgĭālis, e, tot de Styx behorende, Stygiaal; Stўgĭus, tot de Styx-, tot de onderwerel behorende, Stygisch, onderaards, vand. ook = hels, dodelijk, schadelijk, treurig.